P&Q

Stefaan Durft!

Het overheids-beslag moet verminderen. Dit is de prioriteit voor ons land.

Terwijl onze burgers en ondernemingen kreunen onder de belastingen, taksen en regelneverij,
wordt de begrotingsput dieper en maken politici verder ruzie onder elkaar.
Wat blijkt uit alle rapporten van de Nationale Bank, de OESO, het IMF?….

Onze belastingen blijven, ondanks de tax-cut, torenhoog en de overheidsschuld ontspoort. De sanering van de Belgische begroting moet dan ook aan de uitgavenkant gebeuren. Dit moet gepaard gaan met een sterke vereenvoudiging van onze structuren én de verhoging van de productiviteit voor onze ondernemingen. Alle hindernissen tengevolge van nutteloze regelgeving moeten voor eens en altijd weggewerkt.

En de belastingen?
Met 45% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) behoort België tot de wereldtop. De belastingen moeten dus verder omlaag. Dit is levensnoodzakelijk om de concurrentie- en koopkracht te stimuleren en de economische groei op peil te houden.

België was op de goede weg met de eerste tax-cut, de afbouw van het brugpensioen en de plannen om de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken tot 67 jaar. Maar dan viel het stil door het geruzie omtrent een “niet bindend verdrag” over asiel…. De factuur van de gemiste kansen op verdere verbetering loopt intussen in de miljarden….
Een vermageringskuur?
Het is voor elke burger en onderneming een blijvende uitdaging om de kosten van haar huishouding zo laag mogelijk te houden. Ondernemers willen hun organisatie “slank en slim” houden want elke euro die naar werkingskosten gaat kan niet gebruikt worden voor investeringen, onderzoek en ontwikkeling, marketing en sales, kwaliteitsverbetering en het aanwerven van creatieve medewerkers.

Ook én in eerste instantie moeten onze overheden efficiënt en klantgericht werken. Om zoveel mogelijk waar voor ONS belastinggeld te bieden. Ons overheidsbeslag (de verhouding van staatsuitgaven tegenover het BBP) bedraagt momenteel meer dan 50%. Ook hier behoort België, verslaafd aan overheidsuitgaven, tot de wereldtop. De Belgische staatsschuld (102% van het BBP) heeft een onhoudbaar niveau bereikt. Ook hier zegt elke “economische gezondheidscoach” dat afslanken de boodschap is!
Zijn wij goed bezig?

België doet het veel slechter in vergelijking met haar buurlanden en riskeert hiervoor een Europese boete.
Tegelijk wordt ondermaats geïnvesteerd in de voor de economie belangrijke infrastructuur (tunnels brokkelen af, wegen en gebouwen zijn tot op de draad versleten door gebrek aan onderhoud,….). De maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan (vergrijzingskosten, klimaatproblematiek, mobiliteit, vergroening van de economie, veiligheid, asiel, ….) worden niet of onvoldoende aangepakt.

België NV, onderneming in moeilijkheden?
Een overheid moet zich beperken tot de kerntaken en dit moet efficiënt gebeuren. Er moet dus opnieuw een kerntakendebat gevoerd worden waarin wordt beslist welke taken de overheid zelf moet behartigen en welke ze moet afstoten of privatiseren.

In België bestaat de overheid uit allerhande niveaus (federale, gewesten, provincies, gemeenten) maar ook allerhande gedecentraliseerde besturen en samenwerkingsverbanden zoals intercommunales. De oefening moet dan ook gevoerd worden over alle niveaus.

Er zijn teveel instellingen, en ze kosten te veel. Heilige huisjes moeten de schop op. De Senaat is een overbodig parlement, het vergadert tien keer per jaar en kost ca. 50 miljoen euro. In Vlaanderen is er een wildgroei aan verzelfstandige agentschappen zoals:
  • het Vlaams Energiebedrijf (VEB) die de overheidsbedrijven moet helpen bij het energie-efficiënte maken van gebouwen. Er zijn tussen de 26 en 50 medewerkers nodig om te zeggen dat de overheid haar gebouwen beter moet isoleren en zonnepanelen op het dak kan leggen;
  • het Kinderrechtencommissariaat welke 100 vragen per maand dient te behandelen met 12 medewerkers. Vragen over opvoedings- en schoolproblemen, vechtscheidingen,….;
  • het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen: 17 Bestuurders, ca. 28 personeelsleden…

De veelheid aan instellingen en gezag niveaus brengt een stortvloed aan wetten, decreten en reglementen met zich. Dit zorgt voor een ongeremde stijging van de bureaucratie. Schrappen lukt moeilijk want elke instelling is. ergens de leverancier van een goed betaalde job of mandaat. Er is altijd een lobby die brood ziet in het behoud van de instelling.

En hoeveel ambtenaren of statutairen zitten vastgeroest aan hun dienst omdat er te weinig mobiliteit georganiseerd wordt en/of er geen aandacht is voor bijscholing?

Dan zijn er ook nog een veelheid aan tussenstructuren die kunnen geschrapt worden. Om de veel te hoge belastingdruk te milderen worden subsidieregelingen uitgewerkt. Daarvoor zijn adviesraden maar ook controleorganen nodig om de uitkeringen te betalen, te controleren en waar nodig te recupereren. Zorgen beleidsmakers voor faire belastingen, dan zijn subsidies en al die tussenstructuren overbodig.

Neem nu het voorbeeld van de maaltijdcheques. Die mogen alleen gebruikt worden om voeding te kopen. Men kondigde recent een verscherpte controle aan. Bijgevolg moet de kassierster van de supermacht zich straks al politieagent gaan gedragen en de klant uitleggen dat er twee verschillende tickets en betalingen zullen moeten gebeuren. Hopelijk heeft de klant om zijn tandenborstel te betalen voldoende cash op zak. Gaat de klant een discussie aan? Er ontstaat gemor in de rij klanten die ook graag snel hun boodschappen afgerekend zien. De oplossing is nochtans eenvoudig: de tegenwaarde als netto voordeel op de loonbrief. En toch, het lukt maar niet…..

De overblijvende essentiële kerntaken van de overheden (infrastructuur, veiligheid, rechtshandhaving,….) dienen uiteraard zo economisch, effectief en efficiënt mogelijk worden uitgevoerd waarbij een vereenvoudiging van de regelgeving voorop staat. 

Hierbij moeten wij ons “benchmarken” met onze concurrerende buurlanden die ondanks een veel lager overheidsbeslag er toch in slagen een betere dienstverlening neer te zetten.

We moeten ter plaatse gaan zien welke maatregelen onze buurlanden genomen hebben op de domeinen waar ze het veel beter doen en voor België NV de nodige beleidsmaatregelen nemen met vermelding van de doelstellingen en het stappenplan. De vooruitgang moet periodiek geëvalueerd worden en waar nodig moet worden bijgestuurd.
De kerncijfers bekijken?
Misschien is het bedrieglijke gedrag en het populisme van onze politici wel de grootste kwaal van ons land. De bevolking wordt te onvolwassen geacht voor de waarheid of wordt met fake news naar de mond gepraat. De waarheid is dat wij als Belgen 1/700ste van de wereldbevolking zijn, dat we met onze open economie zeer afhankelijk zijn van wat buiten onze grenzen gebeurt. Omwille van de globalisering, e-commerce, bankencrisis en Europese rentepolitiek is er nog nauwelijks economische groei, inflatie en spreken wij reeds over negatieve rente.

Ook al zijn wij klein, we zijn ook dapper, ondernemend en innovatief. We blijven echter onderhevig aan levensbedreigende handicaps om onze welvaartsstaat in stand te houden. Elke oplossing start met de analyse van hoe wij er nu voor staan. We moeten bewust zijn van onze kwetsbaarheid, de bedreigingen, de opportuniteiten in de ogen kijken en doen wat moet.

Onderstaande cijfers zijn veelzeggend:
Om de omslag te kunnen maken moeten wij het passende beleid voeren door te saneren bij de overheid, door onze burgers maximaal te activeren en door onze ondernemers de vrijheid, tijd en incentives te geven om te innoveren, productief te zijn en een zo hoog mogelijke economische groei na te streven.

Onze ondernemers zijn cruciaal voor tewerkstelling en welvaartcreatie. Om deze redenen moeten ze gerespecteerd worden. Als aan het nut van de ondernemers wordt getwijfeld dan zaagt men de tak af waarop men zelf zit. Zonder respect en met een veel té zware rugzak van regels en belastingen haken ze af of verplaatsen ze zich waar ze wel in goede omstandigheden kunnen functioneren.

De rugzak blijft in België veel te zwaar. De Belgische staat legt beslag op ca. 53,4% van wat het land voorbrengt en zonder maatregelen stijgt het verder.
Wat is nu het probleem?
België is kampioen in belastingen (nr. 3, na Frankrijk en Denemarken) en uit de cijfers blijkt het beslag van de overheid op wat we produceren minstens 5% te hoog.

Als we echter rekening houden met onze veel te hoge schuldgraad (102%) moet het uiteindelijk objectief eerder richting 10% gaan want onze schuld moet ook afgebouwd worden.
Het overheidsbeslag afbouwen: mission impossible?
Dat wordt zeker geen gemakkelijke oefening, maar er is geen alternatief, het zal moeten gebeuren.

We weten allemaal dat we aan de zes staatshervormingen een waterhoofd van politiek, regelgeving, rechtsonzekerheid en complexiteit hebben overgehouden welke onze welvaartsstaat verlamt. Het gaat niet langer over de verschillende bestuurslagen waarvan de democratische meerwaarde vrijwel zoek is maar vooral om de regelspuiterij waardoor de instellingen zelf haat opwekken bij de burger en de ondernemer. We slagen er niet in een voetbalstadion te bouwen en windmolens kunnen ook al niet langs de autosnelweg ondanks de groene subsidies die het overheidsbeslag terug doen toenemen. Veel geldverspilling ook aan advocaten die procedures kunnen voeren en consultants/experten die de ondernemer bijstaan waar het moet, ook al zeggen ze zelf het niet altijd meer zeker te weten.

Politici zijn zich jammer genoeg niet bewust van het gewicht van de rugzak. De meesten hebben nog nooit een onderneming van dichtbij gezien, laat staat dat ze met een leverancier enig contract onderhandeld hebben. Zeker is dat wij de eindeloze discussies over de manier waarop wij België NV nu nog eens institutioneel zullen splitsen zeker niet moeten voeren. Ontvetten van het overheidsapparaat, alles in het teken van de efficiëntie, is de echte urgentie.

Om onze actieve welvaartsstaat te handhaven dient de problematiek van de vergrijzing een structurele oplossing te krijgen. We leven gemiddeld langer, van 70 jaar in 1960 naar 82 jaar vandaag en met het vooruitzicht dat we gemiddeld tot 90 jaar zullen leven. Tevens is er het effect van de babyboomers die nu massaal met pensioen gaan. Waar er in 1960 bijna vijf werkenden waren per gepensioneerde is dit thans gedaald naar drie en evolueren wij binnen 20 jaar richting twee werkenden per gepensioneerde.

De geraamde meeruitgaven situeren zich rond de 5 à 7% van het BBP wat gezien onze zeer hoge belastingdruk vandaag onmogelijk met een verhoging van belastingen te realiseren valt. Dergelijke stijging van de belastingen zou werken ontmoedigen, ondernemingen aanzetten tot vertrek naar hetbuitenland en zou de consumptie volledig ondermijnen.
Meer mensen aan de slag?
Er zijn veel werkzoekenden (vooral in Wallonië en Brussel), maar tegelijk geraken vacatures niet ingevuld. In België werkt amper 70% van de actieve bevolking. In onze buurlanden ligt de activiteitsgraad op 80%.

Belgen gaan te vroeg met pensioen en bepaalde risicogroepen slagen er niet in een job in te vullen. Het gaat om ouderen, laaggeschoolden en migranten.

Eerst en vooral dient de pensioenleeftijd verder op te schuiven waarbij rekening wordt gehouden met de levensverwachting. Vanaf de wettelijke pensioenleeftijd moet de burger zelf kunnen beslissen of hij met pensioen gaat of niet. Wie vroeger stopt zal de financiële gevolgen zelf moet dragen en krijgt een ingekort pensioen in functie van zijn loopbaan. Wie beslist langer te werken dient te worden beloond. Zij/hij heeft recht op zijn pensioen en moet zonder financiële afstraffing kunnen bij verdienen.

België staat aan de top binnen Europa (nr. 4) wat betreft minimumlonen waar de laagste nog geen 300 à 500 euro/maand bedragen. In België bedraagt het minimumloon ca. 1.600 euro per maand wat een ernstige hinderpaal is voor niet-werkenden die op de arbeidsmarkt moeilijker werk kunnen vinden. Ook hier zou het verlagen van het minimumloon richting Europees gemiddelde een zinvolle maatregel zijn om de risicogroepen te activeren. Een andere rem op de activering zijn onze werkloosheidsuitkeringen. Die zijn in België, als enige land binnen Europa, niet beperkt in de tijd. Gemiddeld heeft België een werkloosheidsgraad van 5,5% waarvan de helft evenwel langdurig werkloos is. Uiteraard, want het kan in België financieel beter zijn niet te werken. De werknemer rekent uit wat de combinatie uitkeringen en (deeltijds) werken op vlak van belastingen voor hem betekent. Voor lagere lonen is de werkloosheidsval (wat een werkloze bruto zou moeten inleveren aan uitkeringen en stijging van de belastingen met werken) 92%. Dus, als de kinderopvangkost én woon-werkverkeer 8% kost, dan is stempelen de rationale keuze….. Dat de werkloosheidsuitkeringen moeten beperkt worden in tijd is evident.

Uiteraard speelt de zware belastingdruk op arbeid, ook na de TAX-cut, een rol. Hoe hoger de belastingen, hoe lager de werkgelegenheidsgraad.

Arbeid is de motor van de economie. België is met haar open economie sterk afhankelijk van de internationale context. Sedert de bankencrisis zijn de groeipercentage structureel lager. De binnenlandse koopkracht is dan ook een belangrijke hefboom voor de economische groei. Hierdoor moeten de belastingen op arbeid lager. Ze stimuleren de arbeidsmarkt en genereren (omdat meer mensen bijdragen in plaats van overheidsmiddelen te kosten) terugverdieneffecten wegens een sterkere economie.

Of waarom een afbouw van het overheidsbeslag pure noodzaak is om onze burgers en ondernemers met een “te verteren belastingvoet” gemotiveerd aan het werk te houden en onze “actieve welvaartstaat” in stand te houden.
 Stefaan Nuytten

 Kandidaat Voorzitter Open-VLD
www.nuytten.be
stefaan@nuytten.be