P&Q

P&Q

Stefaan Durft!

Artikel Ledenblad blauw

"Als ik mag, ik zal durven!"
Als voorzitter durven
“Staatsmanschap”, “Bewindsvoering”, “Beleidsmaker”. Het zijn predicaten waarover het huidige politieke “establishment” zich dient te bezinnen.

Zonder kennis van lessen uit het verleden,
blind voor de realiteit van vandaag,
doof voor de stem van de man in de straat,
hallucinerend over de noden van morgen,
zo dingt de traditionele politicus naar de gunst van de kiezer
om ze te verzilveren aan de trog van de “hogere regionen”
waar mogelijks “wat in de pap te brokken valt”
of is het eerder “brokken uit de pap gehaald kunnen worden”?

Moeilijker moeten we er niet over doen. Iederéén weet dit, maar iemand moet het DURVEN zeggen.
Vandaag, als uw kandidaat-Voorzitter, DURF ik. Straks, als ik van jullie mag, zal ik als Voorzitter blijven DURVEN:
  • Durven te gaan voor een donkerblauw liberaal beleid met meer economische groei en minder overheidsbeslag
  • Durven een federale regering te vormen die de gordiaanse communautaire knoop ontwart
  • Durven aan jullie de ruimte te geven om het beleid van de partij te bepalen
Wie is Stefaan Nuytten?
  • 56 jaar jong, ondernemer, intussen 36 jaar gehuwd met de ondernemende Katy,
    ook vader van 4 ondernemende kinderen, allen zelfstandigen, bompa van 8 kleinkinderen.
  • Oprichter en inspirator  van de “Price & Quality” Group – www.p-q.be
  • Actief in bank, verzekeringen, immo, financiële planning, boekhouding, fiscaliteit,
    bouw en renovatie, carosseriebouw, TAXI, HORECA, etc.
    www.lekkeraanzee.be
  • Voortvarend ondernemer, 14/7 begaan met zijn klanten. Geconsolideerd Eigen Vermogen €9,9 mio, 63 medewerkers.
  • Werkzaam geweest bij CKV, Anhyp, AXA Bank, Postcheque, bpost
Durven te gaan voor een donkerblauw liberaal beleid, voor meer economische groei en minder overheidsbeslag
Na allerlei experimenten met verschillende vormen van economisch beleid, dichtbij en ver weg, kan er toch geen twijfel meer bestaan: een doordacht liberaal beleid leidt tot de sterkste economische groei en de grootste welvaartscreatie voor iedereen.

Vandaag staan we in ons land daar heel ver van weg. De overheid hindert onze ondernemers langs alle kanten en vormt een rem op economische ontwikkeling. In de zakenwereld weet men wat het summum van management is: zichzelf durven overbodig te maken. Laat ons dat nu ook eens op de overheid toepassen: politici die zichzelf durven overbodig maken.

Niks mis met politici die zich laten opmerken op de lokale pannenkoekenslag, wafelbak of gelijkaardige vermakelijke samenkomsten, maar dit kan geen compensatoire maatregel zijn om zijn/haar verantwoordelijkheid over het te hoge overheidsbeslag te camoufleren!

We moeten de economische realiteit onder ogen zien

Er wordt vandaag onvoldoende ruimte gegeven aan groei. Binnen de “small economy” zijn er reeds talloze voorbeelden van over-regulering:
  • Dirk, de kleinhandelaar die het niet meer droog houdt in de storm van multinationale e-commerce welke de vrije hand krijgt om 24/7 te verkopen en aan huis te leveren. Dirk is echter verplicht zijn winkeltje 24 u te sluiten door de wet op de “verplichte zondagsrustuit 1953, is dit nog relevant 67 jaar later?
  • Of neem “Willy en Germaine”, hardwerkende mensen die hun belastingbrief zélf willen invullen en na 2 dagen er een “tributumfobie” aan overhouden.
  • Of neem Herman, installateur centrale verwarming, realiseert prachtige dingen in de nood tot energiebesparing, of neem Morad – een jong IT-talent waar Pixar op wacht – of Evi, die kraaltjes aan elkaar rijgt en er mooie oorringen van maakt. Als die mensen een “vergunning” willen bekomen of aan hun boekhouding moeten beginnen, eindigen ze bij een gesubsidieerde loopbaan-coach om zich te heroriënteren.

Niemand mag schijnbaar nog een idee trachten ten uitvoer te brengen, of ergens “te velde” veert een zelfverklaard “expert-mandataris” op die vindt dat e.e.a. maar aan deze of gene regel moet onderworpen worden.

De brug met de “administraties” lijkt te zijn ingestort. In dit vacuüm vullen zij hun rol in met een vorm van “zelfbehoud” die resulteert in overtollige regelgeving, buitensporige controles en beknotting van ons economisch potentieel.

En daarboven op is het overheidsbeslag buiten alle proporties:
  • Optimistisch afgerond torst ons land een schuld van 100% van zijn BBP. In een bedrijf waar de schulden gelijk zijn aan de omzet gaat het licht uit en het Bestuursorgaan wordt waarschijnlijk – en terecht overigens – gerechtelijk vervolgd! Ter vergelijking: de Nederlandse overheidsschuld beloopt ongeveer de helft (ca 52%) van haar BBP, maar hier geldt dan ook een groot cultureel verschil. “Afspraak is afspraak”.
  • Onze “instellingen” kosten té veel – en voor alle duidelijkheid, ik doel hier niet op de “zorg-instellingen”. De heilige huisjes moeten de schop op, grondige hervormingen moeten benoemd worden en dààdwerkelijk tot stand komen.
  • Het moet gedààn zijn met “beslag te leggen” op ons economisch potentieel door administraties die elke ondernemer betuttelen of het predikaat opkleven een sjacheraar te zijn tot bewijs van het tegendeel middels herhaalde en schofferende fiscale controles.
  • Dit leidt tot een perceptie van “interventionisme” wat lijnrecht indruist tegen onze Liberale Waarden. Wat is verschuldigd is verschuldigd, maar dat maakt de ondernemer nog niet schuldig! Geef ondernemers de vrijheid en de tijd terug die ze nodig hebben.

Laat ons dit nu eens nuchter en doelgericht aanpakken

We hebben in dit land nochtans toonbeelden van hoe inefficiënte overheidsapparaten omgezet kunnen worden in dynamische economische groei: laten we ons inspireren op de aanpak bij de RTT/ Belgacom/Proximus en de Post/bpost.

De aanpak daar was grondig en doeltreffend: Een sterk management startte met een nuchtere vergelijking met de beste sectorspelers in de wereld, “benchmarking” heet dat. Deze vergelijkingen werden aan iedereen voorgelegd, ook aan sociale partners. En na creatief gezamenlijk werk werd een weg gevonden naar een bedrijfsvoering die qua efficiëntie de vergelijking met de beste in de wereld kan doorstaan. En we deden het dan nog met Vlamingen en Franstaligen samen ook.

Als het daar kan, dan kan dat ook voor België NV, en haar BVBA’s: Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Excuseer, administratieve innovatie, we moeten deze nu BVs noemen.

De landen waar we ons mee moeten benchmarken liggen voor de hand: Nederland en Duitsland. Deze landen doen het stukken beter dan wij, in termen van overheidsbeslag, overheidsschulden, competitiviteit en werkloosheid. Beide hebben beslissingscentra van wereldbedrijven waar wij in België maar kunnen van dromen.

Er is niemand die kan beweren dat deze landen asociaal zijn, dat er een onvoldoende sociaal vangnet zou zijn of dat ze een loopje nemen met het leefmilieu. De voorloper van het concept flexijobs werd uitgevonden door een socialistische partijleider in Duitsland. Het heeft tot een doorbraak in dat land geleid.

Dus laat we ons land nu ook eens nuchter en ambitieus managen: we benchmarken ons met onze sterkste buurlanden en we gaan het beter doen dan hen. Geen heilige huisjes. Hetzelfde sociaal overleg zoals het zo succesrijk was bij de RTT en de Post. Dezelfde transparantie over hoe we er vandaag aan toe zijn en waar we naar toe moeten om een toekomst perspectief te hebben voor ons, en onze volgende generaties. En daarna gaan we het ook doen. Wat houdt ons tegen?

Bij deze aanpak mogen er geen heilige huisjes zijn, alles moet door de benchmark molen:
  • Ons niveau van belastingen, sociale zekerheid, opcentiemen, de inefficiëntie en complexiteit van belastingsystemen en diensten, hoewij het allemaal met hoeveel overheidspersoneel organiseren;
  • Onze openbare vervoerbedrijven, zorgverstrekking, justitie, ordehandhaving, etc.
  • Onze regelgeving en subsidiesystemen op alle terreinen, etc.
  • Bij een overheidshervorming hoeft niet iedere mandataris “weggereorganiseerd” te worden. Grondige “re-engineering” van het overheidsapparaat zal echter menig talent kunnen herschikken naar taken die een hogere toegevoegde waarde zullen leveren.
  • Sociale Partners, Ziekenfondsen – de “zuilen”, dienen “de wacht aangezegd” te worden. Ook zij dienen hun verantwoordelijkheid op te nemen en door middel van een constructieve dialoog, de economische slagkracht van onze regio voorop te stellen. Kijk ook hier naar Nederland, waar management en sociale partners als gemeenschappelijk doel hebben om de toegevoegde waarde van een bedrijf te optimaliseren.

Als we het konden bij de RTT en De Post, dan kunnen we het nu ook voor het hele land.

Maar we gaan ook moeten durven permanent controleren of wij nog op koers zijn en bijsturen waar noodzakelijk. Want hoe staan Proximus en bpost er vandaag voor? Beide bedrijven hebben echt gedurfd orde op zaken te zetten zolang er privé-aandeelhouders met visie aan boord waren.

Eens deze aandeelhouders hun beurs exit binnen hadden en de overheid met 51% terug de almachtige aandeelhouder werd, zijn beide bedrijven achteruitgeboerd: teruggebracht tot dividend machines voor het overheidsbeslag, met een destructief verloningsbeleid van het management, en zonder sancties als catastrofale beslissingen genomen werden. Ook hier had men moeten durven tot het evidente te gaan: 100% privatisering.
Durven een federale regering te vormen die de gordiaanse communautaire knoop ontwart
De vorming van een federale regering is een triest schouwspel. Het elkaar beschimpen en bekogelen met Mattentaarten en Ardeense worst over de taalgrens heen doet ons geen meter opschieten. We geraken nergens door Vlamingen te stigmatiseren als halve nazis en Franstaligen als passieve kiezers onderhouden met Vlaamse belastinggeld.

Hoe gaan we dit oplossen?
Sluiten we ons aan bij het simplistische principe “een federale regering moet een Vlaamse meerderheid in het parlement hebben”? Gaan we dus in op de vraag van de N-VA om alle Vlaamse partijen aan hun locomotief te hangen, aan hun trein die recht de confederale afgrond in gaat rijden, de bodemloze Vlexit-put in. Nee dus.

Of worden we terug de partij met staatszin die gaat voor Respect, Begrip en Constructieve Dialoog, en gaan we een kleurloos compromis aan met de Franstaligen en alle partijen van de regenboog? Ook nee dus.

Durven de communautaire realiteit onder ogen te zien

De huidige blokkage in de regeringsonderhandelingen is veroorzaakt door een gelijkaardige mateloze arrogantie vanuit twee kanten:
  • De N-VA geniet ervan om Franstaligen te beledigen en vraagt stappen naar een theoretisch confederalisme om te bewijzen dat een totale breuk of “Vlaamse onafhankelijkheid” onvermijdelijk is.
  • De PS grijpt dit dan aan om Vlaamse partijen met staatszin te dwingen de N-VA te laten vallen om zo uiteindelijk een links gedomineerde regering te vormen waar de ondernemers hun kiezersbeloften gaan betalen.

Het N-VA-discours voor een confederaal België is een populistisch verhaal waarbij ongerustheden over deze geldstromen gebruikt worden om een splitsing van het land te bekomen. Er bestaat geen confederale modelstaat in de wereld. In België hebben we nu eenmaal een kerndeel van het land waar Vlamingen en Franstaligen samen moeten werken en wonen. Daarvoor is het federale model het juiste. De meeste Vlamingen willen geen splitsing van het land en weten dat in dit verstrengeld land beslissingen op heel wat domeinen niet kunnen opgesplitst worden.

Durven federaal het initiatief nemen

De Open VLD is perfect geplaatst om deze drie principes naar voor te schuiven, op te nemen in een akkoord voor een nieuwe federale regering. Drie principes die duidelijk een breed draagvlak hebben en het land echt vooruitbrengen:
  1. De financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel worden geplafonneerd en er wordt een structurele geleidelijke daling afgesproken. Indien er federale maatregelen zijn die de transfers zouden verhogen, dan moeten die met federale opcentiemen in Wallonië en Brussel betaald worden;
  2. Confederalisme wordt definitief afgevoerd als toekomstige staatsmodel. Dit is onwerkbaar gegeven de verstrengeling rond Brussel en de verdoken agenda naar een opsplitsing van het land;
  3. Een evenwichtig economisch en overheidsbeleid wordt vastgelegd, dat vertrekt van een nuchtere benchmark met de ons omringende landen en streeft er naar om competitief beter te worden dan hen.

Als Open VLD moeten we open staan voor de verschillende coalitie vormen die volgens deze principes kunnen ontstaan:
  • Indien de N-VA aan het confederalisme vasthoudt, dan gaan we voor een regering met de partijen die deze drie principes steunen, zonder N-VA. Een regering met net geen Vlaamse meerderheid in het parlement is perfect mogelijk in een federale staat, aangezien heel wat N-VA-kiezers (waaronder ex-Open VLDers) geen splitsing van het land willen maar wel duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en bijhorende financiële consequenties.
  • Indien de Franstaligen niet aanvaarden dat er een plafond op transfers komt, dan kiezen zij voor een breuk van het land. Misschien moeten we dan met alle Vlaamse partijen samen een nationale regering maken want die heeft een meerderheid federaal!
  • Indien de PS weigert een beleid te volgen dat ons competitief maakt met onze buurlanden, dan moeten we voor een regering gaan zonder PS.
  • En indien er geen meerderheid is voor deze drie principes van het gezond verstand, dan moet Open VLD voor de oppositie kiezen.
Durven aan jullie de ruimte te geven om het beleid van de partij te bepalen
Vandaag is er een keerpunt in de Open VLD nodig. De “particratie” moet omgebogen worden tot een democratie! U moet bepalen wat “Brussel” doet: de zuivere grondwaarde van een OPEN, Vlaams, Liberale Democratie. De opdracht(en) van de “Partij-top” mogen niet langer uit de “koker” van enkelingen komen. Omfloerste gesprekken achter dikke gordijnen zijn “old school”

Durven bottom-up gaan

Transparantie, directe communicatie, “bottom-up input” en “topdown feedback” gelden vandaag in elk modern bedrijf. Zo moet het straks gaan in de “NV België”, én dus zeker ook in de Open -VLD als “bestuurder” ervan.

Mijn doel is om de besluitvorming, nadat wij samen de partijstructuren waar noodzakelijk te hebben hervormd, te onderwerpen aan eenpermanente “reality-check”. Vanuit de basiswerking van Open VLD moeten de verzuchtingen, wensen en doelstellingen die wordenaangereikt, deel kunnen uitmaken van een constante open dialoog binnen onze Partij. Open VLD jongeren, Regio-Besturen en de Plaatselijke Afdelingen, welke broodnodig zijn voor onze ledenwerving, dienen een meer prominente plaats in te nemen binnen de Partij-werking.

Met de moderne communicatie-technologieën is het niet moeilijk om een gerubriceerd “input-platform” op te richten, waar elk Open VLDlid deelneemt aan de interne debatten. Evenzeer is het niet moeilijk om middels deze technologieën een gestructureerde feedback op te zetten waarbij op transparante wijze wordt weergegeven hoe de aangereikte input wordt verwerkt in de beleidslijnen van de Partij.
Waarde Liberale Medestander,

Het moge duidelijk zijn dat ik niet in deze film zit “voor het postje”.

Om elk misverstand hierover reeds “per onmiddellijk” de kop in te drukken, heb ik een eenvoudig voorstel: Ik zal mijn vergoeding als Voorzitter voor 50% variabiliseren, afhankelijk van het bereiken van de doelstellingen waarvoor de partij-leden mij kiezen. Zo werkt een “mandaat” in de “privé”-sector” en zo wens ik mijn mandaat in de “politiek” ook in te vullen. “No Cure – No Pay”… zo simpel zijn de zaken.

Verder wil ik een coach zijn: de coach die ervoor zorgt dat de Open VLD een succesrijke beleidspartij wordt en blijft. Juist, ik ben de outsider, maar ervaringsdeskundige precies in wat Open VLD nu nodig heeft. Ik ben 100% puur. Ik ben niemand iets verschuldigd en deed niemand beloftes.

We hebben binnen de Open VLD fantastische trekkers en doeners, maar ook nog veel “niet ontdekt” talent die ook hun kansen verdienen. Om samen te bouwen aan wat beter moet vraag ik uw stem. Als ik mag, ik zal durven!

Met liberale groeten,
 Stefaan Nuytten

 Kandidaat Voorzitter Open-VLD
www.nuytten.be
stefaan@nuytten.be